• Samenvatting Levensverhaal Théodore Strawinsky 1907 – 1989

  • Back

Met dank aan de Stichting Helicon                                                                   ISBN/EAN 978-90-79780-01-3

Inleiding

In 1968 verbond Théodore Strawinsky zijn naam aan de vervaardiging van twee friezen met een totale lengte van 72 meter in de Willibrordkerk in Almelo.

40 jaar later wordt de kerk ontmanteld voor nieuwbouw en wordt besloten het kunstwerk bestaande uit dertig panelen te behouden.

Théodore Strawinsky

Théodore Strawinsky wordt in 1907 als zoon van Igor Strawinsky (componist) en Catherine Nossenko in St. Petersburg geboren. Hij krijgt nog een broer en zus. Het gezin heeft zwerversbloed in zich en verhuist meermaals met de hele inboedel.

Tijdens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog woont het gezin in het neutrale Zwitserland. Théodore houdt zich bezig met het tekenen van officieren in vol ornaat. Dit is een belangrijke periode in zijn ontwikkeling.

In 1920 verhuist het gezin naar Frankrijk. Bij het vertrek zegt Théodore tegen zijn vader dat hij kunstschilder wil worden.

De Parijse leerschool

Na een tijdje in Bretagne gevestigd te zijn stelt Coco Chanel het gezin nabij Parijs een huis ter beschikking. Zij maken kennis met ‘le tout Paris culturel’. Igor verstrekt voor zijn muziekuitvoeringen opdrachten voor o.a. kostuums en decorstukken. Hierdoor kent Théodore; Picasso, Braque en Derain. Daarnaast ook nog Henri Matisse. De zich ontwikkelende kunstschilder Théodore gedijt goed.

In 1930 breekt voor Théodore een nieuwe periode aan na de inschrijving voor een cursus aan de Académie André Lhote in Parijs. Lhote behoort tot de laat-kubisten verenigd onder de naam La Section d’Or oftewel de Gulden Snede.

In deze tijd krijgt Théodore zijn eerste opdracht voor een ontwerp voor een theaterdecor, daarnaast ontwerpt hij toneelkostuums en illustraties van boeken en worden er tentoonstellingen van zijn werk gehouden. Hij krijgt lovende recensies.

In 1935 trouwt hij Denise Guerzoni een Zwitserse boekbindster. Het huwelijk zal 53 jaar standhouden.

Terug naar Zwitserland

Tijdens het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wonen ze in de Vrije Zone in Frankrijk. Théodore wordt waarschijnlijk vanwege zijn Russische naam opgepakt, maar komt met hulp van zijn vrouw vrij. Via de bemiddeling van de Zwitserse consul krijgt de stateloze Théodore een visum en komt in 1942 aan in Zwitserland, net voor de Duitsers de Zone bezetten.

In Zwitserland neemt Denise weer haar oude beroep van boekbindster op en werpt Théodore, ondertussen een bekend kunstenaar (na tentoonstellingen in o.a. Parijs, Rome, Londen New York en Bern), zich op het schilderen.

In 1948 maakt Théodore uit bewondering voor zijn vader een indringende studie van hem. Igor die diep Russisch-Orthodox gelovig is, laat dit ook dooklinken in zijn werk. Théodore zelf gaat in 1940 over tot Rooms-Katholieke geloof, wat ook doorslaggevend is voor de vorming van de artistieke persoonlijkheid en de uitingen van zijn sacrale kunst. Hij schaart zich onder de kunstenaars van monumentale kunst met de vervaardiging van twee mozaïeken (H. Théresa en H. Jozef) voor de crypte van de Notre Dame in Assy. Matisse, Braque en Chagall werken ook mee aan verfraaiing van de kerk.

Hij maakt daarna een aantal grote kunstwerken: gebrandschilderde ramen, muurschilderingen en de wereldberoemde 38 ramen voor de Christus Koning Kerk in Fribourg (Zw). Hij verleent ook medewerking aan goede doelen waaronder kaarten voor Unicef.                                                              1

Théodore accepteert twee prijzen: de zilveren medaille Arts, Sciences, Lettres van de Acedémie Française en een Pauselijke onderscheiding.

Het fries

Een eerste bescheiden opdracht krijgt Strawinsky in 1952 voor een pastelkrijt altaarstuk in de kapel van de medische faculteit van de Universiteit Nijmegen. Pas in 1963 worden de Lage Landen zijn thuishaven met een grote wandschildering in de O.L.Vr. van Fatimakerk te Breda. De meeste indruk maakt hij met de twee friezen van 1.20m bij 36m voor de in 1965 in gebruik genomen Willibrordkerk in Almelo.

De architect van de kerk, Jan de Jong, neemt in 1951 deel aan de driejarige cursus die de monnik/architect Van der Laan (1904-1991) vanaf 1946 in Den Bosch geeft over vernieuwende architectuur, gebaseerd op het zogenaamde Plastische Getal, dat door de cursisten in de bouwpraktijk wordt toegepast.

In 1955 leerde ook Strawinsky Dom Hans van der Laan kennen. De Benedictijner monnik is grondlegger van de Bossche School. Dit is een verzamelnaam van het geheel van ideeën over architectuur, stedenbouw en o.a. meubilair.  Dom Hans van der Laan hecht ook grote waarde aan gewijde kunst en liturgische gebruiksvoorwerpen voor in de praktijk.

Strawinsky en Van der Laan delen de opvatting dat liturgie een verzameling van voorwerpen, gezangen en handelingen is, waarbinnen voor de kunstenaar een rol is weggelegd om dit op een herkenbare wijze vorm te geven.

De wandschildering van twee friezen voor de Willibrordkerk in Almelo krijgt niet zonder slag of stoot zijn beslag. Het bijeenbrengen van de dertigduizend gulden voor Strawinsky wordt uiteindelijk geregeld door een paar genereuze giften.

In de herfst van 1968 begint Strawinsky op een steiger aan het kunstwerk. Aan de noordzijde komen twaalf voorstellingen en aan de zuidzijde dertien. Het zijn twee doorlopende beeldreeksen.

Zijn stijl ligt tussen het figuratieve en het abstracte, waardoor veelal een suggestief resultaat ontstaat en er een interactie tussen waarnemer en kunstwerk tot stand kan komen.

De intensieve, maar nergens uitbundige kleur brengt harmonie tot stand tussen het kunstwerk en de sobere architectuur van het kerkgebouw, een perfecte samenklank van ritme en schildering.

Het kleurgebruik is terughoudend, bijna monochroom. Wit als middelpunt voor de Jezusfiguur het reine, het zwart voor het satanische, het roze voor het decor en het okergeel daartussen. De figuren hebben raakvlakken met een traditionele uitdrukkingswijze.

De kunstschilderingen zijn géén fresco’s, die nat-op-nat geschilderd worden. Hier wordt eerst een ondergrond op het metselwerk aangebracht, waarop Strawinsky de schildering legt.

De inwijding van het kunstwerk is op 16 maart 1969.

In 1989 heeft Michel van der Plas in Geneve nog een uitgebreid interview met Théodore Strawinsky. In dat jaar overlijdt hij op 16 mei.

Het conserveren van het fries

In 2002 wordt bekend dat de Willibrordkerk plaats zal gaan maken voor een appartementencomplex. Het kunstwerk zal met de strappo-methode worden veiliggesteld. Eerst wordt het schoongemaakt en behandeld met ‘colette’, een in water oplosbare Italiaanse lijm. Vervolgens plakt men er lapjes kaasdoek op en op de naden nog een laagje linnen. Na droging wordt de schildering doorgesneden en in gelijke delen van de wand genomen. Het wandgruis wordt verwijderd, het kunstwerk wordt voorzien van een nieuwe drager en de tijdelijke beplakking verwijderd. Na een kleine retouchering wacht het kunstwerk op een nieuwe bestemming.