Na zijn verblijf in de woestijn gaat Jezus naar Galilea. Hij roept mensen op, om zich te bekeren, omdat Het Rijk der Hemelen nabij is. Terwijl Hij rondtrekt, ontmoet Hij aan het meer van Galilea vier vissers bij hun boten: Petrus, Andreas, Jacobus en Johannes. Jezus, rechts in het beeld, roept hen om Hem te volgen en mensenvissers te worden. Zij geven aan zijn oproep gehoor.

• Matth. 4 : 18-21;  Marc. 1 : 16-20;  Luc. 5 : 1-11

De evangelist Johannes beschrijft op een heel andere manier de roeping van de leerlingen (Joh. 1 : 35-51). Direct daarna gaan ze naar Kana in Galilea. Het lijkt erop, dat Strawinsky in de afbeelding Jezus’ handen al laat verwijzen naar de volgende gebeurtenis, in Kana.